Zelfverklaard wonderkind Tristan Dimiceli won de prestigieuze Fine Young Artist competitie en eist nu absolute vrijheid bij zijn exposities. Het Vlaardinger Stedelijk hapte toe en zit met de gebakken peren.
“Dit is toch heel aardig?”, probeert directeur Ab Grootendorst nog, maar hij lijkt er zelf ook niet echt in te geloven. We kijken naar het drieluik 3xuntitled dat inderdaad het minst beroerde stuk mag worden genoemd van a dAY iN My LIfE, de “nu al klassieke” expositie van de “mondiaal gelouwerde” Italiaanse “alleskunner” Dimiceli. Van de auteurs van een tentoonstellingscatalogus mag je geen kritische distantie verwachten. Een kniesoor die zich stoort aan een superlatief hier en daar, ook de schoorsteen van een museum moet roken. In Vlaardingen echter strijden ongeloof en plaatsvervangende schaamte om voorrang bij het lezen van de begeleidende teksten. Zelden is het gat tussen belofte en werk, tussen idee en uitvoering zo groot.
Het werk van Dimiceli lijkt nergens op. Afganistan minus 1, bijvoorbeeld, is ronduit grotesk. Het afgietsel in varkensvet van het zesjarige burgerslachtoffertje Ajmal dat door een helikopteraanval om het leven kwam getuigt helemaal niet van “artistiek gekanaliseerde woede en maatschappelijk engagement”, het is effectbejag. Erger nog, het is slecht gemaakt en niet oorspronkelijk. Dat gaat ook op voor Love lost, een kleurloze remake van Jeff Chafon’s ongemakkelijke videoinstallatie Yours Truly uit 1988, waarin naakte nabestaanden de afscheidsbrieven van hun geliefden voorlezen. Of neem het aanstellerige per-pay-tu-um mo’-bi-lee waarin Dimiceli stelling zou nemen tegen de “totalitaire monetarisering van de leefwereld”. De opstelling waarin eurostukken voortdurend over elkaar rollen is te makkelijk als idee en te vergezocht in de uitvoering. En ook weer slecht uitgewerkt; als je het beeld wilt oproepen van een gesloten en oneindig energiesysteem, zorg dan in ieder geval dat het elektriciteitssnoer netjes is weggewerkt. Zo gaat het maar door in Vlaardingen. Op goede momenten zijn de werken de moeite van de ingehouden pas niet waard, dan weer moet je de aanvechting onderdrukken om de tent in de fik te steken.
Dimiceli zelf kun je de pijn aan de ogen bij de uitgang nauwelijks verwijten. Goed, hij is zelfingenomen en een naar mens in de omgang, maar hij is pas 21. Net afgestudeerd. Een handvol aardige schilderijen, het leuk bedachte readymade 2.0 maar vooral het voortreffelijke conceptuele project Ontime#Offline, waarmee hij de Fine Young won, brachten hem internationale bekendheid. Dat Tristan Dimiceli de artistieke aanmoediging snel heeft willen verzilveren is begrijpelijk. En in zekere zin is het ook nog wel te billijken dat hij het complete huis in Vlaardingen naar zijn hand heeft willen zetten, ook al is het met meuk. Jeugdige overmoed moet je met mildheid benaderen. Het Vlaardinger Stedelijk niet.
Hoofd exposities Anna Kovac staat bekend als conservatief met een goede neus voor talent. Het is dus niet aannemelijk dat zij heeft zitten slapen. Waarschijnlijker is het dat directeur Grootendorst de zwarte piet verdient. Eerder dit jaar was er het debacle rond de Frans-Vietnamese Minh Niu, ook al zo’n “brilliant young artist” met “thought provoking ideas and deeply unsettling art work”. Nhiu werd met veel bombarie aangekondigd, maar haakte op het laatste moment af. Te weinig ruimte en te weinig ondersteuning. Het had de grote entree van nieuwkomer Grootendorst moeten worden maar het werd een moment van “kritische zelfreflectie en een hoop leerpunten”, zoals de oud-bankier het zelf verwoordde. Het is niet ondenkbaar dat Grootendorst met het contracteren van Dimiceli snel wilde terugslaan en de voorwaarden niet goed heeft uitonderhandeld. Il prodigio is hoe dan ook een paniekaankoop geweest en dat is laakbaar. Jonge artiesten horen zich te vertillen aan hun ambities, musea niet.
a dAY iN My LifE is nog tot 31 mei niet om aan te zien in Vlaardinger Stedelijk.