De langste van de drie leek geïnteresseerd. Drie is op zich mooi. Vier is al weer echt een groep en dan is de kans groot dat zo’n jongen zijn maten betrekt in het prille oogcontact. Ze had leren leven met de lompe collectieve keuringen maar ronduit vervelend vond ze het dat zo’n jongen dan opzichtig in haar richting zou worden geduwd, aangemoedigd om in ieder geval even te kijken hoe ze er van dichtbij zou uitzien. In het gunstige geval was zo’n jongen dan slecht op zijn gemak, maar vaker nog zou hij zijn rol van verkenner serieus nemen en de achterblijvers informeren met gebaren die ongeacht zijn intenties nooit subtiel zouden zijn. Niet dat daar niks goeds uit kon komen, ze was een aantrekkelijke vrouw, maar toch. Vier is gedoe. Drie min één is twee en dat is prima. Een derde wordt nooit gemist.
Ze twijfelde en trommelde met haar vingers op een biervieltje. Hij was niet knap en zelfs het rekkelijker begrip ‘aantrekkelijk’ creëerde nauwelijks openingen. Hij was op zich niet beroerd gekleed maar overtuigend was het allemaal niet, ook niet omdat zijn openingslach naar een sullige grijns neigde. Ze rechtte haar rug en bracht met twee vingers haar zwarte pony richting haar rechteroor. Ze betrapte zichzelf erop dat de gebaren te routineus waren om voor een welgemeende uitnodiging door te kunnen gaan. Oh well, meer werk dan dit wilde ze ook niet van maken. Hij moest maar kijken wat hij er mee deed.
Trudging slowly over wet sand …
Ze veerde op en keek onmiddellijk om zich heen, op zoek naar mensen die de komende vier minuten in de muzikale vreugde wilden delen. Tevergeefs natuurlijk. Wat een kuttent was dit toch.
This is the coastal town
That they forgot to close down …
Het was jaren geleden dat ze het nummer voor het laatst had gehoord maar ze pakte het moeiteloos op. Ze rechtte nogmaals haar rug, ditmaal met overtuiging, klaar om Everyday is like Sunday in te nemen.
‘Hi.’
Nee, nee, nee!
De grijns vulde nu bijna zijn hele gezicht.
‘Jouw soort muziek, zie ik?’
‘En van ieder ander weldenkend mens, no?’
‘Wie is het?’
Ze kneep haar ogen dicht.
Come, come, nuclear bomb …
Uit Bekentenissen van een poema, Josje Vrins